Nieuw verzoek voor een afkoelingsperiode
Gedurende de behandeling van het homologatieverzoek – welke behandeling is uitgesteld – heeft de onderneming over het hoofd gezien om de rechtbank te verzoeken de afkoelingsperiode nog een keer te verlengen. Daarom dient de onderneming nu een nieuw verzoek in tot het afkondigen van een afkoelingsperiode van 2 maanden.
De rechtbank oordeelt dat het de onderneming in deze omstandigheden niet kwalijk kan worden genomen dat niet tijdig is verzocht om een verlenging. De onderneming mocht er namelijk van uitgaan dat de beslissing van de rechtbank op het homologatieverzoek eerder zou volgen dan na verstrijking van de termijn van een afkoelingsperiode én dat de beslissing op het homologatieverzoek een eindbeslissing was, zodat een afkoelingsperiode ook niet meer nodig zou zijn. De rechtbank stelt vast dat de onderneming “onder de gegeven omstandigheden niet adequaat heeft kunnen anticiperen op verstrijking van de uiterste termijn van de afkoelingsperiode in de vorm van een verleningsverzoek”.
Gelet op deze omstandigheden ziet de rechtbank voldoende aanleiding om een verzoek om een nieuwe afkoelingsperiode toe te wijzen. Wel controleert de rechtbank nog of de onderneming voldoet aan de voorwaarden voor toewijzing van een afkoelingsperiode.
Voorwaarden voor afkoelingsperiode
Om in aanmerking te komen voor een afkoelingsperiode moet blijken dat deze periode noodzakelijk is om de onderneming tijdens de voorbereiding en onderhandelingen over een akkoord voort te kunnen zetten. Hoewel in deze zaak geen sprake meer is van voorbereiding en onderhandelingen, is een afkoelingsperiode nog wel noodzakelijk om de onderneming voort te zetten en het akkoord tot stand te brengen. Een aanhangig faillissementsverzoek tegen de onderneming kan ertoe leiden dat het akkoord wordt afgeblazen.
De gezamenlijke schuldeisers zijn daarnaast gediend bij een nieuwe afkoelingsperiode. Uit het stemverslag is namelijk gebleken dat alle klassen hebben ingestemd met het akkoord. Ook wordt de schuldeisers die het faillissementsverzoek heeft ingediend niet in zijn belangen geschaad.
Conclusie
Door overmacht was de onderneming niet in de mogelijkheid om op tijd een verlengingsverzoek in te dienen. Hierdoor heeft de rechtbank opnieuw een afkoelingsperiode afgekondigd. De homologatie van het akkoord komt hierdoor niet in gevaar.