Overzicht

Afkoelingsperiode ADO Den Haag verlengd

Afkoelingsperiode ADO Den Haag verlengd

In eerdere blogs informeerden wij u al dat ADO Den Haag een WHOA-procedure is gestart. In dat kader heeft ADO Den Haag een afkoelingsperiode en een herstructureringsdeskundige toegewezen gekregen. Deze herstructureringsdeskundige, mr. J.J. Reiziger (Trip Advocaten & Notarissen) verzoekt in deze zaak om een verlenging van de afkoelingsperiode. Verder verzoekt ADO Den Haag de rechtbank om een machtiging af te geven voor het aangaan van een kredietovereenkomst met de gemeente (met bijbehorende zekerheden).

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Meld u aan om de volledige video te bekijken!

Bekijk volledige video

Gelukt!

je wordt automatisch doorverwezen naar de video

Oeps! Er is iets misgegaan bij het versturen van dit formulier.
Feiten

Op 3 mei 2021 heeft ADO Den Haag een startverklaring ingediend. Met deze startverklaring is het WHOA-traject ‘officieel’ begonnen. Meteen diezelfde dag heeft ADO Den Haag een verzoekschrift ingediend tot het afkondigen van een afkoelingsperiode en het aanwijzen van een herstructureringsdeskundige. Die verzoeken heeft de rechtbank destijds toegewezen. Mr. Reiziger werd aangewezen als herstructureringsdeskundige en er werd een afkoelingsperiode afgekondigd tot 1 augustus 2021.

Verder had ADO Den Haag verzocht om een machtiging voor de transfer van speler Milan van Ewijk. Dat verzoek wees de rechtbank af.

Op 27 juli 2021 heeft mr. Reiziger, als herstructureringsdeskundige, een verzoekschrift ingediend waarin wordt verzocht om de verlenging van de afkoelingsperiode met vier maanden, dus tot en met 30 november 2021.

Verder heeft ADO Den Haag op 24 augustus 2021 een verzoekschrift ingediend waarin wordt verzocht om een machtiging te geven voor het aangaan van een kredietovereenkomst met de gemeente.

Het verlengingsverzoek

Over het verlengingsverzoek brengt de herstructureringsdeskundige naar voren dat de belangen van de gezamenlijke schuldeisers bij de verlenging gediend zijn. Verder worden derden niet wezenlijk in hun belangen geschaad en bovendien is er vooruitgang geboekt in de totstandkoming van het akkoord. Dat het nu langer duurt dan in eerste instantie verwacht, heeft onder meer te maken doordat een investeerder is afgehaakt. Er zijn verder gesprekken met andere (groepen van) serieuze investeerders. In de voorbereiding op het akkoord wordt er echter ook rekening mee gehouden dat er geen investeerders worden gevonden. In dat geval moet ADO Den Haag haar zoektocht voortzetten en kan gebruik worden gemaakt van een door de gemeente aangeboden krediet. Volgens de liquiditeitsbegroting die is opgesteld, ontstaat er in november 2021 een liquiditeitstekort. Als er dan nog geen nieuwe investeerder is, kan dat tekort worden aangevuld met het krediet van de gemeente. ADO Den Haag is nog steeds een levensvatbare onderneming en de waarde van de onderneming is bij een herstructurering via een WHOA-akkoord hoger dan dat zou zijn bij een faillissement, aldus de herstructureringsdeskundige.

De rechtbank stelt voorop dat er bij een verlengingsverzoek aannemelijk moet worden gemaakt dat er vooruitgang is geboekt in de totstandkoming van het akkoord, dat volgt namelijk uit de wet. De rechtbank stelt vast dat dit het geval is. Er is intensief overleg geweest met alle betrokken stakeholders. De klassenindeling is bekend. Er is een dataroom voorbereid. Daarin kunnen na aanbieding van het akkoord alle (financiële) bijlagen bij het akkoord, zoals crediteurenlijsten, jaarstukken, prognoses en waarderingen, worden ingezien. Deze bijlagen zijn al opgesteld of liggen klaar om te worden afgerond. Nagenoeg alle voorbereidingen zijn getroffen, er moet alleen nog een investeerder worden gevonden. Daarover vinden intensieve gesprekken plaats. Al met al is de rechtbank van oordeel dat hiermee voldoende aannemelijk is gemaakt dat er belangrijke vooruitgang is geboekt in de totstandkoming van het WHOA-akkoord.

De rechtbank verlengt de afkoelingsperiode tot 1 november 2021. Uit de liquiditeitsprognoses volgt namelijk dat ADO Den Haag in elk geval tot die datum aan haar lopende verplichtingen kan voldoen, zonder dat daarvoor een externe financiering nodig is.

Het machtigingsverzoek

Het machtigingsverzoek ziet op het verkrijgen van een machtiging voor het aangaan van een kredietovereenkomst met de gemeente Den Haag en het vestigen van de in deze overeenkomst genoemde zekerheden. Om te voorkomen dat ADO Den Haag vanaf 1 november 2021 in liquiditeitsproblemen komt, is het aangaan van dit overbruggingskrediet noodzakelijk, zo stelt zij.

De gemeente Den Haag is bereid een overbruggingskrediet van € 500.000 ter beschikking te stellen. Daarvoor heeft zij een conceptkredietovereenkomst opgesteld. De gemeente en ADO Den Haag zijn nog in onderhandeling over de inhoud van de overeenkomst. Het is niet duidelijk of, wanneer en onder welke voorwaarden een kredietovereenkomst tot stand zal komen. ADO Den Haag zegt dat bij dit machtigingsverzoek van de conceptovereenkomst moet worden uitgegaan.

In de kredietovereenkomst is vermeld dat het nodig wordt geacht dat een overname van de aandelen van ADO Den Haag uiterlijk in augustus 2021 plaatsvindt, dan wel dat nodig is dat een overeenkomst wordt gesloten met een investeerder die ook aandeelhouder is, uiterlijk in de maand september 2021. De rechtbank leidt daaruit af dat er kennelijk wordt uitgegaan van een situatie waarin een nieuwe investeerder is gevonden en het verdere WHOA-traject in gang kan worden gezet. Dat maakt volgens de rechtbank dat er vraagtekens moeten worden gezet bij de noodzaak van de verzochte machtiging, omdat ADO Den Haag stelt dat pas in november 2021 gebruik hoeft te worden gemaakt van een kredietfaciliteit en alleen wanneer niet (op tijd) overeenstemming wordt bereikt met een investeerder.

De rechtbank wijst het machtigingsverzoek af, omdat:

1. Niet duidelijk is onder welke voorwaarden en zekerheden het krediet zal worden verkregen; en

2. Het krediet pas in november 2021 daadwerkelijk hoeft te worden gebruikt, en de situatie kan dan geheel anders zijn.

Al met al is volgens de rechtbank onvoldoende gebleken dat het aangaan van de kredietovereenkomst momenteel noodzakelijk is om de door ADO Den Haag gedreven onderneming tijdens de voorbereiding van het akkoord te kunnen voortzetten. Verder is het nog te vroeg om te oordelen of voldaan is aan de vereisten voor toewijzing, omdat het krediet pas in november 2021 zal worden gebruikt.

De rechtbank voegt daar nog aan toe dat als later toch mocht blijken dat het WHOA-traject niet kan worden afgerond vanwege onvoldoende financiële middelen, ADO Den Haag een nieuw verzoek tot het afgeven van een machtiging voor het aangaan van een kredietovereenkomst met de gemeente kan indienen.

Op dit moment wijst de rechtbank het verzoek echter af.