Overzicht

Homologatieverzoek wordt niet inhoudelijk behandeld door rechtbank Rotterdam

Homologatieverzoek wordt niet inhoudelijk behandeld door rechtbank Rotterdam

De rechtbank Rotterdam heeft een verzoek om een WHOA-akkoord goed te keuren niet behandeld. Volgens de rechtbank heeft de verzoeker geen belang bij haar verzoek, omdat alle stemgerechtigden vóór het akkoord hebben gestemd.

Lees hier de volledige uitspraak.

Meld u aan om de volledige video te bekijken!

Bekijk volledige video

Gelukt!

je wordt automatisch doorverwezen naar de video

Oeps! Er is iets misgegaan bij het versturen van dit formulier.

De rechtbank Rotterdam heeft een verzoek om een WHOA-akkoord goed te keuren niet behandeld. Volgens de rechtbank heeft de verzoeker geen belang bij haar verzoek, omdat alle stemgerechtigden vóór het akkoord hebben gestemd.

Feiten

De onderneming in deze zaak exploiteerde sinds eind 2019 een restaurant. Direct na de oprichting heeft de onderneming te maken gehad met de maatregelen vanwege COVID-19. Hierdoor moest zij meerdere keren haar deuren sluiten en is zij in financieel zwaar weer geraakt. Inmiddels is het restaurant definitief gesloten en wordt de onderneming gecontroleerd afgewikkeld door middel van een WHOA-liquidatieakkoord.

Het WHOA-akkoord

Voor het akkoord worden de opbrengst uit de veiling van de roerende zaken en de resterende liquide middelen gebruikt. Daarnaast stellen de vijf aandeelhouders een bedrag van € 20.000 beschikbaar. Het totaal beschikbare bedrag is € 95,870. Dit bedrag is meer dan de crediteuren in een faillissementssituatie zouden ontvangen. De kleine crediteuren zijn door een derde betaald. De overige crediteuren zijn in drie klassen ingedeeld:

Alle afzonderlijke stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders hebben met het akkoord ingestemd.

Het homologatieverzoek

De onderneming heeft de rechtbank vervolgens verzocht om het aangeboden akkoord goed te keuren (te homologeren), ondanks dat alle stemgerechtigden al met het akkoord hebben ingestemd. De onderneming vindt dat er toch een belang is bij de rechterlijke goedkeuring van het akkoord. Bij het aanbieden van het WHOA-akkoord is de schuldeisers medegedeeld dat zij de uitkering na homologatie zouden ontvangen. De onderneming voorzag ten tijde van het aanbieden van het akkoord niet dat alle stemgerechtigde zouden instemmen en heeft niet vermeld dat homologatie in die situatie niet nodig is. Daarnaast wil de onderneming homologatie zodat het akkoord niet vernietigd of ontbonden kan worden.

De rechtbank oordeelt dat het verzoek niet in behandeling wordt genomen. Homologatie is namelijk alleen noodzakelijk om tegenstemmers en niet-stemmers aan het akkoord te binden. Homologatie komt dan ook aan de orde als één of meer schuldeisers niet instemmen met het akkoord, zodat toch het aan de tegenstemmers kan worden opgelegd. Het is in eerste instantie aan de stemgerechtigde schuldeisers en aandeelhouders om een mening over het akkoord te vormen, vandaar dat toetsing door de rechter alleen wordt ingezet om dwarsliggers te dwingen.

Homologatie is volgens de rechtbank ook niet nodig om ontbinding of vernietiging uit te sluiten. De onderneming heeft de mogelijkheid van ontbinding namelijk al uitgesloten in het akkoord. Er zijn verder geen bezwaren naar voren gebracht tegen het akkoord. De onderneming heeft verder op geen enkele manier concreet gemaakt waarom er een risico op vernietiging van het akkoord zou bestaan.

De rechtbank verklaart de onderneming niet-ontvankelijk in haar verzoek tot homologatie, wat wil zeggen dat het verzoek niet in behandeling wordt genomen.

Conclusie

Homologatie van een WHOA-akkoord door de rechtbank is in principe alleen noodzakelijk om tegenstemmende of niet-stemmende schuldeisers en aandeelhouders aan het akkoord te binden. Op die manier kunnen tegenstemmende schuldeisers toch worden gebonden aan het akkoord. Als alle schuldeisers met het akkoord hebben ingestemd, is homologatie in beginsel niet nodig. Dat is slechts anders als er een concreet en aangetoond belang is bij het verzoek aan de rechtbank om het akkoord toch goed te keuren. In dit geval was dat belang niet aangetoond.