Overzicht

Rechtbank homologeert akkoord

Rechtbank homologeert akkoord

Onder de WHOA kan de rechtbank een onderhands akkoord tussen een onderneming en zijn schuldeisers en aandeelhouders over de herstructurering van schulden goedkeuren. Dit wordt ook wel homologeren genoemd. De homologatie leidt ertoe dat het akkoord verbindend is voor alle bij het akkoord betrokken schuldeisers en aandeelhouders. De rechtbank in deze zaak homologeert zo’n akkoord.

Lees de volledige uitspraak hier.

Meld u aan om de volledige video te bekijken!

Bekijk volledige video

Gelukt!

je wordt automatisch doorverwezen naar de video

Oeps! Er is iets misgegaan bij het versturen van dit formulier.

Wat zijn de feiten?

De onderneming in deze zaak, een besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid, is op 2 januari 2006 opgericht. De onderneming richt zich op de exploitatie en instandhouding van de aan een andere onderneming toebehorende intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot een bepaald product.

Per 31 mei 2021 heeft de onderneming 533 schuldeisers met een totale schuldenlast van € 2.365.411,94. Vijf van de vorderingen van schuldeisers worden door de onderneming betwist.

De onderneming heeft op 9 juni 2021 een startverklaring bij de rechtbank gedeponeerd.

Op 24 juni 2021 heeft de onderneming een crediteurenakkoord inclusief toelichting aan haar schuldeisers aangeboden. Het akkoord zal worden gefinancierd door de verkoop van activa, die met name bestaat uit de intellectuele eigendomsrechten van het eerdergenoemde product én uit de verkoop van twee deelnemingen.

De intellectuele eigendomsrechten worden verkocht aan partij X voor een bedrag van € 425.000,00 te vermeerderen met een bedrag van € 0,30 per te verkopen product over de periode vanaf homologatie van het akkoord tot en met 31 december 2026. De schuldeisers ontvangen na homologatie een bedrag van € 404.011,86 ineens. Daarnaast zal klasse B en C een bedrag van € 0,20 exclusief btw (netto) ontvangen per verkocht product. De nabetaling zal jaarlijks uiterlijk op 31 mei plaatsvinden en het aantal verkochte producten zal ieder jaar door een accountant worden gecontroleerd.

Schuldeisers konden tot 8 juli 2021 per e-mail of per post hun stem uitbrengen. De uitslag van de stemming is volgens het stemverslag als volgt:

Op 17 september 2021 heeft de onderneming een stemverslag bij de rechtbank gedeponeerd en het verzoekschrift tot homologatie van het aangeboden akkoord.

De onderneming heeft naar voren gebracht dat de onderneming een nieuwe langlopende licentieovereenkomst heeft gesloten met partij X op grond waarvan partij X het product kan produceren en verkopen. Partij X betaalt een vergoeding gebaseerd op de omzet voorkomend uit de verkochte producten. De minimale licentievergoeding bedraagt € 60.000,00. Gelet op de resterende beschermingstermijn van het voornaamste octrooirecht is het hoogst onwaarschijnlijk dat met de inkomsten uit voornoemde licentieovereenkomst op enig moment alle schulden van de onderneming betaald kunnen worden. Daarin verkeert de onderneming in een toestand waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat zij met het betalen van haar schulden niet zal kunnen voortgaan, aldus de onderneming.

Wat oordeelt de rechtbank?

De rechtbank wijst een homologatieverzoek toe, tenzij zich één of meer van de afwijzingsgronden voordoet. Afwijzingsgronden worden onderverdeeld in algemene afwijzingsgronden en aanvullende afwijzingsgronden. De rechtbank toets de algemene afwijzingsgronden ambtshalve. Als blijkt dat schuldeiser of aandeelhouder tegen de homologatie bezwaar maakt, toetst de rechtbank ook aan de aanvullende afwijzingsgronden. Nu geen van de schuldeisers bezwaar heeft gemaakt dan wel een verzoek tot afwijzing van de homologatie heeft ingediend, zal de rechtbank alleen de algemene afwijzingsgronden toetsen.

De eerste algemene afwijzingsgrond houdt in dat de onderneming in een toestand moet verkeren waarin het redelijkerwijs aannemelijk is dat zij met het betalen van haar schulden niet zal kunnen voortgaan. De rechtbank oordeelt dat op basis van de in het geding gebrachte stukken de onderneming inderdaad in die toestand verkeert. Vervolgens kijkt dat rechtbank naar de overige algemene afwijzingsgronden, die vooral te maken hebben met het besluitvormingsproces. Zo dient het akkoord de voorgeschreven informatie te bevatten, dienen de schuldeisers een redelijke termijn te krijgen om het akkoord in te zien voor het plaatsvinden van de stemming en uit de stemming moet blijken dat in ieder geval één categorie schuldeisers het akkoord met de vereiste meerderheid steunt.

De rechtbank oordeelt dat geen van de afwijzingsgronden zich hier voordoen. Daarom homologeert de rechtbank het akkoord.

Conclusie

De rechtbank wijst een verzoek tot homologatie van een akkoord toe, tenzij sprake is van één of meer afwijzingsgronden. Nu in deze zaak geen blijk was van een afwijzingsgrond, heeft de rechtbank het akkoord gehomologeerd.