Overzicht

Toewijzing herstructureringsdeskundige voor bouwbedrijf

Toewijzing herstructurerings-deskundige voor bouwbedrijf

De rechtbank Midden-Nederland wijst een herstructureringsdeskundige aan voor een bouwbedrijf dat haar onderneming gecontroleerd wil afwikkelen.

Lees hier de volledige uitspraak.

Meld u aan om de volledige video te bekijken!

Bekijk volledige video

Gelukt!

je wordt automatisch doorverwezen naar de video

Oeps! Er is iets misgegaan bij het versturen van dit formulier.

Wat zijn de feiten van deze zaak?

Een bouwbedrijf heeft een schuldenlast van EUR 1,34 miljoen, waaronder een schuld aan de Belastingdienst van EUR 890.000. Het bouwbedrijf – dat bestond sinds 2011 – heeft nu besloten de onderneming te beëindigen. Het bedrijf is al begonnen om tot een gecontroleerde afwikkeling van de bedrijfsvoering te komen. De huur is al opgezegd en vanaf eind 2019 zijn er geen nieuwe opdrachten meer aangenomen. De zes werknemers die in dienst waren zijn in loondienst gegaan bij een ander bouwbedrijf.

Het bouwbedrijf heeft onvoldoende geld om aan alle schulden te voldoen. Het bedrijf is nog wel bezig met de (financiële) afwikkeling van vier projecten.

Wat verzoekt het bouwbedrijf?

Het bouwbedrijf verzoekt om aanwijzing van een herstructureringsdeskundige en voegt bij haar verzoek drie offertes bij van mogelijk te benoemen herstructureringsdeskundigen.

Wat oordeelt de rechtbank?

Als het bouwbedrijf failliet gaat, is de verwachting dat deze afwikkeling meteen moet worden gestaakt, waardoor er geen opbrengsten uit die projecten meer worden gerealiseerd. Verder kan met de WHOA waarschijnlijk een beter resultaat worden behaald dan in een faillissement. Het WHOA-traject biedt namelijk de mogelijkheid van een klassenindeling, waardoor aan verschillende klassen een verschillend aanbod kan worden gedaan. Daardoor kan een zo hoog mogelijke opbrengst voor de schuldeisers worden behaald. Dat zou – volgens het bouwbedrijf – moeten worden onderzocht.

Geheel conform de eisen heeft het bouwbedrijf als gezegd een drietal offertes bij haar verzoek gevoegd. De rechtbank vindt in dit geval dat één van de voorgestelde herstructureringsdeskundigen over de competenties beschikt die voor deze specifieke casus van belang zijn. Daarom wijst de rechtbank deze herstructureringsdeskundige aan.

Van belang in deze uitspraak is nog het volgende. De rechtbank merkt nog een bijzonder punt op naar aanleiding van de manier waarop de offertes zijn geformuleerd. De rechtbank oordeelt dat de benoeming van een herstructureringsdeskundige niet leidt tot een overeenkomst van opdracht in de zin van het Burgerlijk Wetboek. De herstructureringsdeskundige is niet gehouden om aanwijzingen van het bouwbedrijf op te volgen en mag dat ook niet, gelet op zijn onpartijdige en onafhankelijke rol. Ondanks het feit dat de offertes dat in dit geval suggereerden, is volgens de rechtbank géén sprake van een overeenkomst van opdracht.