Overzicht

Rechtbank Amsterdam verbiedt pandhouder stemrechten uit te oefenen

Rechtbank Amsterdam verbiedt pandhouder stemrechten uit te oefenen

Meerdere schuldeisers roepen (via een verrtegenwoordiger) na het niet betalen van een lening het gevestigde pandrecht op de aandelen in. Zij zijn van plan met het verkregen stemrecht het bestuur en de raad van commissarissen van de onderneming te ontslaan. De rechtbank verbiedt hen dit stemrecht uit te oefenen. Wel wijst de rechtbank een herstructureringsdeskundige aan.

Klik hier voor de volledige uitspraak.

Meld u aan om de volledige video te bekijken!

Bekijk volledige video

Gelukt!

je wordt automatisch doorverwezen naar de video

Oeps! Er is iets misgegaan bij het versturen van dit formulier.

Feiten

De onderneming heeft op 11 januari 2021 een startverklaring gedeponeerd. Op 15 februari 2021 heeft de rechtbank een afkoelingsperiode van twee maanden afgekondigd ten aanzien van een groep specifieke schuldeisers. Deze schuldeisers mogen zich gedurende de afkoelingsperiode niet op de goederen van de onderneming verhalen. Hiervoor is wel vereist dat zij over de afkoelingsperiode ingelicht zijn.

Een groep financiers heeft gezamenlijk krediet aan de onderneming verschaft. Onder meer zijn ter zekerheid van deze financiering pandrechten op de aandelen gevestigd.

De onderneming kan niet voldoen aan de afspraken onder de kredietovereenkomst. De vertegenwoordiger van de financiers is daarom overgegaan tot vervroegde opeising van de kredietovereenkomst. Ook heeft de vertegenwoordiger het stemrecht op de aandelen naar zich toegetrokken, door het pandrecht op de aandelen. De vertegenwoordiger heeft aangekondigd tijdens de algemene vergadering het bestuur en de raad van commissarissen van de onderneming te ontslaan.

Verzoeken

De onderneming verzoekt de rechtbank om te oordelen dat deze handelswijze van de vertegenwoordiger van de financier in strijd is met de afkoelingsperiode en daarom niet uitgeoefend kan worden. De handelswijze heeft namelijk het gevolg dat de onderneming wordt belemmerd in de voorbereiding van het akkoord. Daarom druist dit in tegen het doel van de afkoelingsperiode.

Verder is de onderneming van mening dat het aanstellen van een herstructureringsdeskundige zal leiden tot onnodige vertraging van de akkoordprocedure.

De vertegenwoordiger stelt daartegenover dat de afkoelingsperiode niet van toepassing is op de stemrechten, omdat zij pas geïnformeerd is over de afkoelingsperiode nadat zij het pandrecht op de aandelen heeft ingeroepen. Daarnaast stelt zij dat een herstructureringsdeskundige nodig is, omdat de meerderheid van de schuldeisers geen vertrouwen meer heeft in het bestuur.

Oordeel rechtbank

De rechtbank oordeelt dat de overgang van het stemrecht niet in strijd is met de afkoelingsperiode. Echter, doet de uitoefening van dit stemrecht dat wel. Per saldo komt het er dus op neer dat de vertegenwoordiger van de financiers wel het stemrecht op de aandelen heeft, maar dit niet mag gebruiken zolang de afkoelingsperiode duurt. Het gebruik hiervan doorkruist de voorbereiding van een akkoord.

Wel wijst de rechtbank een herstructureringsdeskundige aan. De meerderheid van de schuldeisers ondersteunt dit. De kosten voor de herstructureringsdeskundige komt voor rekening van de schuldeisers.